Op deze pagina's leest u, uitgaande van de te verwachten parasitologisch micro-organismen, de richtlijnen voor het aanvragen van parasitologische diagnostiek op feces en /of serologische diagnostiek op bloed.
Voor een optimaal parasitologisch onderzoek is het van belang om zoveel mogelijk relevante klinische gegevens te verstrekken.
Algemeen parasitologisch onderzoek bestaat uit onderzoek van feces d.m.v. moleculair biologie (PCR) die de meest voorkomende darmprotozoa (o.a. Giardia intestinalis (voorheen lamblia), Dientamoeba fragilis en Entamoeba histolytica) detecteert.
Parasitologisch onderzoek (macroscopische en/of microscopische diagnostiek) kan ook worden uitgevoerd op aangetroffen wormen (of delen daarvan), teken en mijten (zgn. ectoparasieten). In de richtlijnen staat vermeld op welke wijze de materialen moeten worden ingezonden.
Indien de klinische gegevens daar aanleiding toe geven (b.v. na tropenbezoek, immuungecompromiteerde patiënten etc.) kan microscopisch onderzoek aangevraagd worden.
Neem contact op met de arts-microbioloog voor diagnostiek naar zeldzame parasieten en vraag het onderzoek dan ook specifiek aan.